Stijging BPM inkomsten van 6,1 procent in 2016
Wil je van je auto af? wij halen je auto op!
Uw voordelen
- Verkoop uw auto veilig en snel
- Een realistische, marktconforme prijs
- Wij halen persoonlijk de auto bij u op
- Direct geld en het RDW-vrijwaringsbewijs
- 24 uur per dag uw auto aanmelden
De overheid heeft een stijging BPM inkomsten van 6,1 procent in 2016 gezien.
De opbrengst van de belasting op nieuw aangeschafte auto’s en motoren (bpm) steeg met 6,1 procent ten opzichte van 2015 tot 1,6 miljard euro. Dat brengt de inbreng van auto- en motor gerelateerde zaken op 15,3 miljard op het totaal van 25,3 miljard. Huishoudens brachten 28 procent meer bpm op, bedrijven 7 procent minder.
Kortom, de BPM was ook in 2016 zeer goed voor de kas van de Nederlandse staat. De auto is daarmee nog altijd een forse melkkoe. Vooral de auto-aanschafbelasting BPM bleek in 2016 een welkome aanvulling te zijn in de portemonnee van vadertje staat. We citeren het CBS: “Tariefverhogingen zijn één van de oorzaken van deze stijging. Voor de BPM zijn in 2016 de CO₂-grenzen aangescherpt voor benzine- en dieselauto’s en zijn de tarieven van de drie hoogste categorieën van CO₂-uitstoot verhoogd”.
Milieubelastingen en heffingen
Behalve een stijging BPM was er nog meer. De Nederlandse overheid heeft in 2016 ook 25,3 miljard euro aan milieubelastingen en -heffingen ontvangen. Maar wat is het verschil tussen die twee? Het CBS legt het zo uit: Milieubelastingen komen in de algemene middelen en zijn vooral gekoppeld aan het bezit en gebruik van auto’s en het energieverbruik. Milieuheffingen worden opgelegd voor de financiering van specifieke milieumaatregelen. In elk geval is het bij elkaar een stijging van 3 procent ten opzichte van een jaar eerder. De accijns op brandstof, de motorrijtuigenbelasting en de energiebelasting waren in 2016 goed voor 8,1 miljard euro, 5,6 miljard euro en 5,0 miljard euro aan inkomsten voor de Staat.
Huishoudens en bedrijven
Twee derde van het bedrag van 25,3 miljard wordt geheven bij huishoudens. Hierbinnen is de verdeling als volgt: De staatskas werd gevuld met 20,7 miljard aan milieubelastingen en 4,6 miljard euro aan milieuheffingen. Milieubelastingen zijn gekoppeld aan het bezit en gebruik van auto’s en het energieverbruik. Milieuheffingen worden opgelegd voor de financiering van specifieke milieumaatregelen, zoals afvalstoffenheffing, rioolrechten en afvalwaterheffing.